Eigenlijk ervaar ik nu pas ten volle wat engelen zijn – en dat ze bestaan. Ze blijven maar naar me toe komen! Marjo
Je ziet het goed; ik ben zo vrij een citaat van mijzelf bovenaan deze Nieuwsbrief te zetten. Dat begrijp je hopelijk als je doorleest. Het citaat komt uit een mailwisseling met Jan Kortie over waar ik me momenteel bevind in mijn leven. Ik deel daarover graag iets met je.
Het was zomer, lekker weer en bijna vakantie, toen ik geheel onverwacht de diagnose borstkanker kreeg. Dat overkomt veel vrouwen, één op de zeven om precies te zijn, maar nu overkwam het míj. Niks gemerkt, niks gevoeld, ik was fit en ging opgewekt de zomer tegemoet.
Na de diagnose volgden hectische weken met talloze onderzoeken en afspraken. De boodschap viel niet mee; het blijkt een vorm die om een ingrijpende behandeling vraagt. Na negen kuren immuno- en chemotherapie volgt operatie en dan nog nabehandeling. 'Trek er maar gerust een jaar voor uit,' werd ons verteld.
Daar sta je dan. Wat gaat dit alles betekenen...?
We zijn nu vier maanden verder en heel wat 'wijzer'. Inmiddels ben ik aan mijn vijfde kuur bezig; tot nu toe kan ik het fysiek aan (soms ook een aantal dagen niet, want beroerd word ik er wel van) én ik heb een eerste tussenstand: de behandeling slaat aan, ik doe het niet voor niks. Dat geeft vertrouwen voor het vervolg.
Wat me misschien nog wel meer vertrouwen geeft, zijn de engelen waar ik in het citaat op doel. Ik heb zo ongelooflijk veel lieve, betrokken en behulpzame mensen om me heen dat ik er soms verlegen van word! En echt: álles helpt!
De wetenschap dat zoveel mensen op allerlei momenten en manieren aan me denken en me goeds toewensen, is zó steunend en behulpzaam. Alleen al een simpel appje kan me een boost geven als ik weer eens aan het infuus moet. Maar vriendinnen komen ook slapen als ik alleen in huis ben, of soep brengen als ik me beroerd voel en geen eten lust. De vorm waarin betrokkenheid getoond wordt, doet er niet eens zo toe. Ik voel de hartkracht ervan en dat tilt me door momenten heen.
Het simpele feit dat ik kan zingen…!
Het zal je misschien niet verbazen, maar ook zingen helpt. Het helpt zelfs enorm, ik weet nog niet half in welke mate. Maar op momenten dat ik zing, voel ik sterker dan ooit de helende werking ervan. Het wakkert mijn energie en mijn levenslust aan, er trilt een laag wakker waar ik anders niet bij kan. Soms stromen de tranen, soms kom ik bij een gevoel van overgave, en altijd ervaar ik contact met mijn medezanger(s), die (ook weer zómaar!) naar me toe komen om samen muziek te maken.
Dat alles wist ik allemaal allang - hoe vaak heb ik hier al niet over geschreven - maar nu voel ik het belang er extra van. Het hele leven is momenteel intenser, dus ook dit. En ook de vreugde van het simpele feit dát ik kan zingen, dat ik leef!!!
Onlangs zong ik samen met mijn dierbare collega Wim Stokwielder. Het was ronduit heerlijk, en ik legde hem mijn ideetje voor: hoe zou het zijn om dit samen te gaan doen in de Lutherse Kerk in Breda? Gewoon een uur, anderhalf misschien, samen zingen met wie er maar wil komen? In alle eenvoud samen zijn, elkaar steunen, mij steunen, en zingen voor onszelf en voor iedereen die dit nodig heeft. Wim zegde van harte zijn medewerking toe en we besloten tot een informele middag op zondag 24 september (hieronder vind je meer informatie).
Dus hier is de uitnodiging! Want ook in jou schuilt natuurlijk een engel...
Liefdevolle groet,
Marjo Brenters
Engelenzang Zo 24 sept, Breda met Marjo Brenters & Wim Stokwielder
Zondag 24 september komen we samen in de Lutherse Kerk van 15.30 tot 17 uur. De kerk is open vanaf 15.15 uur, de thee staat klaar.
Iedereen die zin heeft om mee te doen is welkom, of je nu wel of niet al eerder hebt meegedaan. We zingen mantra's en andere eenvoudige melodieën. Wim zal de middag begeleiden en ook leiden, ik hou me vooral rustig zodat ik genoeg energie overhoud om te zingen.
Wanneer en waar?
Datum: zondag 24 september van 15.30 tot 17 uur (kerk open om 15.15 uur)
Locatie: Lutherse Kerk, Veemarktstraat 11, Breda (10 min. lopen vanaf station Breda)
Kosten: vrije gift om de onkosten te dekken (kerkhuur, thee en onkosten Wim). Bij voorkeur contant meebrengen.
Aanmelden: niet verplicht, maar wel fijn voor onze voorbereiding. Stuur een mailtje als je komt: marjo@marjobrenters.nl
Ritme is discipline en vrijheid ineen. (…) Het is de discipline van de drummer om de maat te slaan, en de vrijheid om binnen de zich herhalende slag variaties aan te brengen.
Marli Huijer
Het was zomer en tijd voor vakantie, vond ik. Ik had mezelf daar vrij ruim de tijd voor gegeven, ik ben tenslotte eigen baas. Lekker niks doen, beetje in de tuin werken, mooie roman lezen, wandelen, ik had daar ook wel naar uitgezien.
Maar er kwam in eerste instantie niet veel van terecht. Want toen het zover was had ik geen zin in niks doen, of in de tuin werken. Wandelen, ja, af en toe. Lezen wel, maar dan geen romans maar meer het type boek dat ik altijd al lees: beetje filosofisch, psychologisch, beschouwend, gericht op ontwikkeling, bewustwording. Studieboeken dus eigenlijk, waar ik inspiratie uit put voor m’n werk. Ik houd daarvan, goed geformuleerde gedachtes van anderen tegenkomen en proeven, de mooiste citaten en passages typ ik dan over in een documentje dat ik aanleg over zo’n boek, want je weet nooit wanneer die van pas komen. Maar ja, dat is dan toch werken, dat is dan toch geen vakantie?
Zo kwam ik in een vreemd spanningsveld terecht. Omdat het vakantie was mocht ik doen waar ik zin in had, maar waar ik zin in had leek toch wel erg op werken, en dat was nou juist niet de bedoeling. Wat wil je nou, Jan? Het duurde een paar dagen en toen hoorde ik mezelf tegen mijn vrouw zeggen, die mij een welwillend oor bood: maar ik hoef toch geen vakantie te vieren?
Dat hielp. Want eigenlijk kon ik dus best goed voelen waar ik zin in had. En dat vuurtje ging helemaal aan toen ik een boek las van een auteur die zelf op z’n eigen site allemaal boeken die hij leest en interessant vindt beschrijft en becommentarieert. Ineens ging er vanbinnen iets glimmen toen ik bedacht: dat kan ik ook doen! Ik ga al die documentjes langs en dat wat zich ervoor leent zet ik op m’n site! M’n websitebouwer had een dag later daar een goed plan voor en nu is er op de site een nieuwe rubriek (‘Mooi gezegd’) met allemaal prachtig geformuleerde gedachtes, mooie citaten en passages, en hier en daar een opmerking van mij erbij. En ook als niemand die ooit gaat lezen heb ik toch een heerlijke vakantie gehad met het opzetten ervan, want zo kwam ik al dat moois weer tegen. De eerste boeken staan online, en vanaf begin oktober komt er iedere week op vrijdag een item bij, zo is nu m’n plan. (En ik heb daarna ook nog wat in de tuin gewerkt, maar dat terzijde.)
Een vreemd spanningsveld, zo schreef ik hierboven. Maar ja, zo vreemd is het misschien niet. Want komen we niet voortdurend in spanningsvelden terecht? Dat ken jij toch ook, neem ik aan? Het leven zit eigenlijk vol spanningsvelden. Het spanningsveld tussen ons verlangen naar verbondenheid enerzijds en naar autonomie anderzijds. Het spanningsveld tussen wie ik in wezen ben en wie ik denk te moeten zijn. Het spanningsveld tussen groepen en individuen in onze maatschappij van wie de verlangens botsen. En, om het te beschrijven zoals wij het in ons stembevrijdingswerk veel tegenkomen: het spanningsveld tussen wat er in ons leeft en waar onze muziek dus wezenlijk over wil gaan enerzijds, en onze eigen (of andermans) mogelijke oordelen daarover anderzijds. Zingen, dus jezelf laten horen en zien is eigenlijk altijd ook spannend.
Dat soort spanningsvelden kom je tegen als je aan stembevrijding gaat doen. Maar je komt dan ook in een ander type veld, dat zich het beste laat omschrijven als: een veld van welwillendheid. Want de anderen die je daar ontmoet zullen iets herkennen van wat voor jou spannend is. Ze komen namelijk vanuit een vergelijkbaar verlangen, en zijn vast graag bereid om jou een welwillend oor te bieden, want ja, dat is nodig. En in dat veld opent zich een nieuwe mogelijkheid, een nieuwe ruimte: daar wordt de spanning welkom geheten en vormt die op een bepaald ogenblik geen obstakel meer, maar een bron van energie, van levendigheid en van muziek. Muziek is van zichzelf eigenlijk ook welwillend. Muziek is geduldig, muziek heeft weet van eenheid en van een harmonie waar iedereen en alles bij hoort en welkom is. Waar jij en ik thuis kunnen komen.
En daarmee komen we uit bij die intrigerende uitspraak van de filosofe Marli Huijer boven deze column, over hoe ritme discipline en vrijheid verenigt. Het spanningsveld tussen de ogenschijnlijke tegenpolen discipline en vrijheid wordt overstegen doordat ze samenkomen daar waar ritme ontstaat. En zo, durf ik te geloven, is het met alle tegenpolen: ze zijn niet bedoeld om met elkaar te vechten, maar om elkaar naar een hoger plan te brengen waar dan net iets meer leven is, en vreugde. Waar we kunnen dansen. En vrijuit zingen.
Het is woensdagochtend. We zitten met alle collega stembevrijders uit het Centrum in een cirkel op de grond. We zingen. We delen. We hebben het over het werk en hoe we allemaal toch zo anders zijn daarin. Zo is voor de ene collega ‘lichtheid’ de ingang van het werk, terwijl de ander niet genoeg kan krijgen van de tranen die vrijkomen bij deelnemers tijdens het zingen. De ene collega denkt wel eens ‘goh, zou ik niet wat lichter moeten zijn?’, terwijl de ander mijmert ‘is mijn lichtheid te oppervlakkig, ga ik wel diep genoeg?’.
Terwijl ik iedereen hoor in zijn of haar eigenheid voel ik een warmte ontstaan in mijn hart. ‘Wat een rijkdom!’, denk ik. We zijn allemaal zo anders en zo eigen. En dat is precies de bedoeling. Ik zelf houd bijvoorbeeld enorm van proceswerk bij deelnemers tijdens workshops en het kan mij dan niet diep genoeg gaan. Dus ik ben dan zo’n stembevrijder die wel eens denkt ‘oei, wordt het niet te zwaar? Is het wel licht genoeg?’ Het zou natuurlijk kunnen dat dat voor een deelnemer zo voelt. Tegelijkertijd voelt het voor mij eigenlijk nooit zwaar, omdat ik voel dat in elke emotie, als je hem maar de volle ruimte geeft om er helemaal te mogen zijn, vreugde zit. Vreugde is de diepste ondertoon. En muziek is onze gids ernaartoe.
Jan zei het mooi terwijl we zaten in de cirkel, ‘vreugde komt vanzelf’. En zo is het echt. We voelen, we zingen, we delen, we huilen, we lachen en opeens is daar die onderlaag die zich aandient. Die grotere ruimte die schuilgaat onder alle emoties, gevoelens en gedachten. Die ruimte ademt vreugde en schoonheid. Jan vatte het afgelopen dinsdagavond tijdens onze oriëntatiebijeenkomst voor de 2-jarige opleiding ook goed samen. Hij beschreef hoe de opleiding een proces is van ‘ja’, naar ‘auw’, naar ‘hoera!’.
Ja, auw, hoera!
Vaak willen we wel ‘ja’ en ook graag ‘hoera’, maar slaan we de ‘auw’ liever over. Maar wat nou als je ook van de ‘auw’ kunt genieten? Wat nou als dat de ingang blijkt te kunnen zijn naar jouw vreugde? Overigens kan het andersom ook goed gebeuren dat het je overgeven aan vreugde, aan je lichtheid, zo spannend en onbekend is dat je plotseling weer in je ‘auw’ terechtkomt. En als je dan in je pijn terechtkomt dan is ‘ja’ altijd weer de ingang. ‘Ja’ is jezelf durven toevertrouwen aan wat er nu is. Soms betekent dit dat we letterlijk het woord ‘ja’ zingen en soms is het de intentie waarmee we ‘auw’ zingen. En vanuit die intentie, het toestaan van wat er nu leeft, zal dat wat er leeft weer in beweging komen. Terwijl dat wat we afwijzen in onszelf juist vast komt te zitten. Iets wat er mag zijn zal vanzelf weer doorstromen in iets anders. Dat kan niet anders, omdat verandering, beweging en stroming een wet van de natuur is. En dus ook een wet van ónze natuur.
Onze vrijheid zit hem niet in het thuiskomen in vreugde en daar dan voor altijd in proberen te blijven (lees: controle), maar onze vrijheid zit hem juist in dat we voelen dat het een constante beweging is (lees: durven vertrouwen). Steeds weer tussen ‘ja’, ‘auw’ en ‘hoera’, in welke volgorde dan ook. Dat is het proces van stembevrijding, of ook wel van mensbevrijding.
Wat is jouw ingang? Hoe zou jij willen zingen? In een kleinere groep, of juist 1-op-1, of liever in een hele grote groep? Wil je een dag, een avond zingen of zelfs een hele vijfdaagse retraite lang? Of roept je eigen zingen én het zingen van de ander je zo dat je geïnteresseerd bent in onze opleiding?
In ieder geval: je bent welkom bij onze veelkleurige stembevrijders!
Groet,
Anna Fernhout
Ik heb best veel opleidingen gedaan, maar dit is de eerste waarbij er niets van mij weg hoeft...
(Een inmiddels afgestudeerde stembevrijder)
Onlangs kwam ik in oude aantekeningen een citaat tegen van John Diamond, een Australische arts, die zich veel heeft beziggehouden met het verband tussen muziek en gezondheid.
‘Vijftig procent van alle Amerikaanse mannen haalt de zeventig niet, maar tachtig procent van de dirigenten van die leeftijd is niet alleen nog in leven, maar zelfs actief, ook in zijn beroep. Muziek heeft iets ongelooflijk therapeutisch.’
Ik moest meteen glimlachen. Ik heb namelijk net vorige week de zeventig gehaald, wat ik doe lijkt wel wat op dirigeren en ik ben (dus?) ook nog actief in m’n beroep. Ik ben dan wel geen Amerikaan, maar verder pas ik helemaal in het plaatje. Zou het de muziek zijn die mij al die jaren levend en levendig heeft gehouden?
Hoera!
Als kind zong ik al in het jongenskoor van de kerk, heerlijk vond ik dat. Jaarlijks hoogtepunt: het Hallelujah van Händel. Ik kan het nog in z’n geheel meezingen, en doe dat ieder jaar graag met Pasen, hoewel ik het dit jaar, geheel tegen mijn gewoonte in, vergeten ben. Dat lied is in wezen gewoon vreugdevol ‘hoera!’ galmen over alles waar je blij van wordt: wat fijn dat ik leef, wat fijn dat ik kan zingen, wat fijn dat er muziek is, wat een wonder eigenlijk, thank you Lord! Ik zou iedereen die ervaring toewensen, nou ja, daarom ben ik stembevrijder geworden. Zou het zaadje daar in dat jongenskoor geplant zijn? Ik weet het niet, het zou kunnen.
Dat was een jaar of zestig geleden. Vijf jaar later fantaseerde ik regelmatig over hoe meeslepend ik Beethovens ‘Alle Menschen werden Brüder’ zou dirigeren als ik de kans kreeg, weer vijf jaar later studeerde ik economie, nog weer vijf jaar later was ik economiedocent en nog eens vijf jaar later realiseerde me: ik ben in wezen geen econoom, ik ben in wezen die jongen die het iedereen gunt om vrijuit en vreugdevol te galmen. Die gedachte moest ik serieus nemen, ik kon (en wilde) er niet onderuit.
Daar begon, nu dus zo’n veertig jaar geleden, stembevrijding. De woorden stembevrijding en stembevrijder gebruikte ik nog niet, die vielen me pas een jaar of 25 later in. Maar ik wás het al wel, dat was zonneklaar. Ik begon een schoolkoor, waar we vooral lekkere popmuziek zongen, en ik ging, niet gehinderd door al te veel kennis, workshops en lessen geven. Ik nam zelf ook lessen, want ik wist heel veel niet en ik kon heel veel niet – wat trouwens nog steeds zo is. Maar één ding wist ik wel en dat was als start genoeg: jij wil zingen. Om precies te zijn: jouw ziel wil zingen. Niet dat ik weet wat een ziel is, maar het woord verwijst zo mooi naar de bron van muziek (en van leven) die in mij en jou en alle mensen aanwezig is en die ernaar verlangt te stromen.
Maar wat vieren we dan?
En nu zijn er zomaar veertig jaar vol stembevrijding verstreken, en gaan we volgende week een feestelijke zangavond houden om die veertig jaar stembevrijding te vieren. Dat roept wel de vraag op: wat vieren we dan? Wat is dan stembevrijding? Dat is geen simpele vraag. Ik kan proberen om die vraag te beantwoorden, maar als je het mij morgen weer vraagt krijg je wellicht een ander antwoord. En als je het mijn collega’s vraagt krijg je van ieder van hen weer andere woorden als reactie. En het is ook altijd een zoeken naar woorden. We zeggen dan mogelijk iets over vrijheid, ruimte, waarachtigheid, verbinding, verdieping, glans, eenvoud, moed, directheid, eenheid, schoonheid, gevoel, natuurlijkheid. Over expressie van alles wat er in ons is, pijn, ongemak, angst, eenzaamheid, worsteling, boosheid, frustratie, vreugde, muzikaliteit, opgetogenheid, verlangen, vertrouwen, dankbaarheid, schoonheid en liefde. We hebben het over heling, van onszelf en van de mensheid, genezing, verzachting, opening. En over ons lichaam dat alles kan voelen, dat alles opslaat en waar we in kunnen afdalen, het lichaam dat ons instrument is. We hebben het over het wonder van de muziek, en over de mysterievolle bron ervan, die in ons zit en groter is dan wij zijn. We zeggen: iedereen is welkom, en alles is welkom, want in alles zit muziek en die willen we horen. ‘Er hoeft niets weg’ zoals boven deze column een deelnemer aan onze opleiding het zo treffend formuleerde. Kortom, we zoeken, maar we gebruiken toch ook heel grote woorden, al die woorden zijn waar en ze schieten ook allemaal tekort.
En vandaag doe ik een nieuwe poging, met dank aan mijn collega’s binnen ons Centrum. We spraken er onlangs met elkaar over, dat was heel vruchtbaar, omdat we op elkaars woorden konden doorborduren. Sarah zei op een bepaald moment: ‘wat mij zo raakt in stembevrijding is dat ik dan voel: we zijn samen onderweg’. Ik dacht meteen: ja, zeker, en we zijn niet zomaar samen onderweg, we zijn onderweg naar het paradijs. Dat klinkt misschien heel pretentieus, maar als ik eerlijk ben doe ik het niet voor minder. Niet omdat ik denk dat we dat paradijs binnenkort gaan bereiken. Maar omdat ik keer op keer heb kunnen ervaren dat muziek ons een voorproefje daarvan geeft, nu al. Is dat niet wonderbaarlijk mooi? We kunnen te midden van al ons aardse gedoe al zingend kostbare momenten beleven van immense vreugde, van werkelijke vrijheid, van moeiteloos stralen, van sprankelende levendigheid, van oprechte verbinding, en van hemelse harmonie. Hallelujah! Die momenten vergeet je niet meer, ze geven hoop en perspectief en dat hebben we hard nodig.
Kom, broeders, kom!
Stembevrijding is geen methode, het is een open onderzoek. En het is een beweging. Een beweging van bevangenheid naar vrijheid, van afgescheidenheid naar eenheid. Een beweging die voortkomt uit het diep menselijke verlangen naar expressie en naar verbinding. Een eindeloze beweging, in gang gezet en gevoed door een belofte: Alle Menschen werden Brüder!
Dat gaan we vieren, op 12 mei. En misschien ervaren we ook dan iets van dat voorproefje.
Kom je meevieren? Ik hoop het. Al was het alleen al omdat we de opbrengst van die avond helemaal bestemmen voor Musicians without Borders, een prachtige club van toegewijde mensen die met muziek perspectief bieden aan (vooral) kinderen en jongeren die leven in allerlei conflictgebieden op deze aarde.
Jan Kortie
PS 1. Als je echt ‘aan’ gaat van het bovenstaande dan zou het zo maar kunnen zijn dat er in jou ook een stembevrijder huist. In het najaar gaat er een nieuwe groep van onze opleiding van start en op 30 mei houden we daarover een oriëntatie-avond. 2. We hebben natuurlijk nog veel meer activiteiten waar jij lekker kunt zingen of een spannende stap kunt zetten in de bevrijding van je stem. Kijk maar hieronder.
Aan de vooravond van grote veranderingen groeit ook het verzet van de gevestigde belangen.
Esther Ouwehand
We leven in spannende tijden. Turbulente tijden. Verwarrende tijden. Interessante tijden.
Bijna altijd als ik een column schrijf moet ik mezelf ervan weerhouden om zo’n beginzin te kiezen. Het is zo’n open deur. Maar vandaag doe ik het toch. Want het is wel waar. En we moeten het erover hebben, want deze tijd vraagt iets van ons.
Vaak kies ik als startpunt van deze column een mooi en graag ook wijs citaat van een filosoof, een kunstenaar, een schrijver, een wetenschapper. Nu heb ik, ik denk voor het eerst, een politica het eerste woord gegeven.
Een goed teken
Na de verkiezingen van een paar weken geleden stonden de kranten natuurlijk bol van de reacties en commentaren, van allerlei aard. Ze waren meer of minder blij, meer of minder gefrustreerd, meer of minder verstandig, meer of minder doordacht, meer of minder eerlijk. Er was er één die er voor mij uitsprong, en die heb ik boven deze column gezet. Esther Ouwehand sprak wijze woorden die getuigen van een wat afstandelijker perspectief dan hoe we onze politici doorgaans horen. En deze ene zin vervulde mij meteen met hoop. Want de tijden waarin we leven zijn niet zomaar spannend, ze zijn nou juist spannend omdat we getuige zijn van de vooravond van grote veranderingen. Gevestigde belangen houden daar natuurlijk niet van. Hun verzet is dus een goed teken: er komt beslist verandering aan.
Op dit punt aangekomen is het belangrijk om de verleiding te weerstaan om te denken dat de mensheid te verdelen is in twee kampen: de goeieriken die willen veranderen en de slechteriken die hun gevestigde belangen verdedigen. Op een bepaald niveau is dat waar en moeten we daar iets mee, maar het zou veel te simpel zijn om het daartoe te beperken. Want het punt is nou juist: we hebben die twee kanten allemaal ook in onszelf. En daar wordt het spannend. En interessant. En soms ook verwarrend. En turbulent.
Wat staat ons te doen?
Wat staat jou en mij nu te doen? Ik zou zeggen: onderzoek, eindeloos veel onderzoek. Op allerlei manieren. Bovenal: zelfonderzoek. Hoe verhoud ik me tot de transitie waar deze maatschappij op af koerst? Wat is mijn gevestigde belang? Ben ik bereid in te leveren, echt in te leveren, als dat nodig blijkt? Als ik dat onderzoek bij mezelf doe stuit ik al snel op angst, oude en irrationele angst, die zegt dat ik ervoor moet zorgen dat ik m’n schaapjes op het droge heb en houd, want ik moet voor mezelf en mijn dierbaren kunnen zorgen. Waar stuit jij op? Misschien op angst, misschien op pijn, misschien op eenzaamheid, misschien op een harde, verstrakte laag waar je niet makkelijk langs komt, misschien op oordelen, verwijten, gemis, misschien op gehechtheid, misschien op iets mistigs, dat kan ook. Dit onderzoek is niet per se makkelijk en het kan alleen echt gedaan worden in een grote zachtheid.
En al onderzoekend worden de vragen doorgaans niet kleiner maar juist groter: wie ben ik eigenlijk, wat is dit voor een bestaan, wat is werkelijk belangrijk? Grote vragen die niet altijd te beantwoorden zijn, maar de vragen zelf openen ons. Ze openen ons ook voor elkaar, want wie echt nieuwsgierig wordt naar zichzelf wordt ook nieuwsgierig naar de ander. Wie ben jij? Waar ben jij bang voor, waar hoop jij op? Wat is jouw gevestigde belang? En als we ons hart openen dan komt vroeger of later doorgaans als vanzelf de vraag: waarmee kan ik jou van dienst zijn?
Voor dat soort grote vragen…
Voor dat soort grote vragen is de democratie eigenlijk bedoeld, lijkt me. Al 2500 jaar. Elkaar echt willen beluisteren, iedere stem willen horen en dan samen tot een (altijd tijdelijk) antwoord komen waar we mee verder kunnen. Heb je de film Women talking gezien? Dat is een prachtig verhaal over de werkzaamheid van echt luisteren naar elkaars pijn en behoeften, en dan tot een besluit komen wat door iedereen gedragen kan worden. Er wordt trouwens nog in gezongen ook, dat zal geen toeval zijn. Lijkt onze democratie daar een beetje op? Nou, nee, nog lang niet. Het lijkt vooral te gaan om gevestigde belangen. De uitvoering die we vandaag de dag voor ons zien is heel gebrekkig, maar de essentie deugt, want die zegt: jouw stem doet ertoe, jij bent het waard om gehoord te worden.
Voor dat soort grote vragen…
Voor dat soort grote vragen is religie en spiritualiteit ook bedoeld, lijkt me. Al sinds mensenheugenis. Maar dat is voor veel mensen helemaal buiten beeld geraakt. In de eerste versie van deze column schreef ik: iedere religieuze of spirituele stroming is ontstaan vanuit de behoefte om te onderzoeken. Toen ik die versie aan mijn collega Anna liet lezen schreef ze me terug: ‘Zou dat zo zijn? Zou er niet ook een andere basis kunnen zijn? Ik zou ook denken dat sommige stromingen juist zijn opgericht om iets te controleren, macht uit de oefenen, etc’. Ik snap die reactie heel goed, want zoals dat gaat met alles wat waarde heeft: het wordt vervolgens misbruikt door mensen die macht hebben. Mensen met een gevestigd belang die bang zijn, kun je ook zeggen. Maar de oorspronkelijke waarde van religie is dat er een heilige, dus heelmakende, ruimte ontstaat om te zijn met de grote vragen die het leven aan iedereen stelt. Er wordt trouwens vaak ook nog bij gezongen ook, dat zal vast geen toeval zijn. Lijken onze religies een beetje op zo’n open onderzoeksmodel? Nou, nee, dus, lang niet altijd. Ze vervallen maar al te vaak in de vergissing dat ze antwoorden moeten geven en dat mensen zich daaraan ook nog moeten houden. De uitvoering die we vandaag de dag voor ons zien is dus heel gebrekkig, maar de essentie deugt, want die zegt: jouw vragen doen ertoe, jij bent het waard om erbij te horen, jij deugt, kom, zing maar mee.
Voor dat soort grote vragen…
En voor dat soort grote vragen is stembevrijding ook bedoeld. Al ….. 40 jaar, nou ja, dat is toch ook best lang (kom jij het met ons vieren op 12 mei?). Stembevrijding: jij met jouw stem, jij met jouw muziek, wat is jouw bijdrage, wat is jouw lied? Wat gaat er nog in jou schuil? Wat verlangt ernaar om gehoord te worden? Kom, verhef je stem, in zachtheid én in stevigheid, zing met ons mee. En al zingend komen we onszelf en elkaar tegen en onderzoeken we wat er opkomt. Ook in het zingen komen we onze eigen gevestigde belangen tegen, groot en klein, onze angsten en onze beperktheid, ons tekortkomen en tekortschieten. Maar we bewegen er in mildheid doorheen en worden vrijer, steeds vrijer. We oefenen, want we staan aan de vooravond van grote veranderingen, en willen we niet allemaal dat die veranderingen uiteindelijk vreugde brengen, verbroedering, liefde, schoonheid?
Doe je mee? Je bent van harte welkom.
Jan Kortie
PS
Voor het eerst sinds corona kom ik, eind mei, ook weer een keer naar België, daar zie ik naar uit.
De mens is niet gemaakt om alleen te lijden,
evenmin als hij gemaakt is om alleen lief te hebben.
A. van Dantzig
In onze opleiding tot stembevrijder maken we onze studenten vaak bewust van doe-het-zelf gedrag. In dit deel van de wereld wordt ons van jongs af aan geleerd om de dingen die we doen en meemaken alleen aan te kunnen. Onafhankelijkheid staat hoog in het vaandel als teken van kracht en vrijheid. Maar is dat wel zo vrij en is dat wel zo krachtig? Ligt vrijheid niet veel meer in ons durven verbinden juist daar waar we ons kwetsbaar voelen?
Ik ben zelf zo’n doe-het-zelver. Dat heb ik al vroeg ontwikkeld. Wat daaronder leeft is schaamte. Schaamte voor mijn gevoeligheid die toen nog werd gezien als zwakte. Wat ik meemaakte in mijn jonge jaren is uiteindelijk niet het ergst gebleken, maar dat ik het naast anderen in mijn eentje verwerkte, dat pijn en verdriet bij ons thuis niet gedeeld maar overleefd werd, dat maakte het schrijnend en heel alleen. En ik ben niet de enige. Ik heb inmiddels geleerd om veel meer samen te zijn en mijn kwetsbaarheid te delen met mijn partner, vrienden, kinderen en collega’s. Maar altijd schuilt er ook nog schroom in. Herken je het dat je op allerlei momenten stilletjes lijdt en dat liever niet kenbaar maakt?
Misschien ben ik daarom nu zo’n groot voorstander van het creëren van plekken waarin we ruimte maken voor openlijk huilen, openlijk delen en lachen, openlijk rouwen en samen zijn. Dat doen we in onze opleiding tot stembevrijder, maar ook in allerlei andere programma’s die we aanbieden. En wat natuurlijk zo fijn is, is dat we in die programma’s zingen. dat alles wat in ons leeft expressie kan krijgen. Expressie geeft ruimte, beweging, lucht, contact. En dat is wat het nodig heeft.
Ons lijden hoeft niet te worden opgelost. Ons lijden heeft contact nodig en een oordeelloze ruimte waarin dat contact zich kan verdiepen en onze liefde samenvalt met onze pijn. Samenzijn in het delen van pijn én kunnen ervaren dat daar muziek in zit. Dat er klank en een lied in ons leeft dat gezongen wil worden. een klank, een lied over onszelf, ons leven, ons geluk, en ook ons verdriet.
Sinds een tijdje bieden we het programma Nieuwe Ruimte aan. Daarin is ruimte voor wat ik hierboven beschrijf. Dit gebeurt in een wat grotere groep van ongeveer 50 mensen, zowel in de vorm van een halve als een hele dag.
Hieruit voortkomend is het verlangen ontstaan om een programma te maken waarin we met een kleinere groep van 10 mensen samen komen om dit thema dieper te onderzoeken. De naam van dit programma is de Stem van Rouw en Liefde.
Voel je dat hetgeen waar jij pijn in ervaart, een groot of klein verlies dat in jou leeft, meer naar het licht gebracht wil worden? Ben je gewend er alleen mee te zijn en verlang je naar contact? Dan zijn deze programma’s misschien precies voor jou gemaakt.
En ook zonder een verlies of verdriet dat vooraan ligt in jouw leven, hebben we een rijk scala aan mogelijkheden om tot expressie te komen en het geluk van zingen te ervaren. Voel je natuurlijk ook welkom bij die activiteiten. Zoals van Dantzig schrijft, wij zijn niet gemaakt om alleen te lijden, evenals we niet gemaakt zijn om alleen lief te hebben.
Laten we samen komen.
Weet je heel welkom!
Liefs,
Sarah
PS Onze nieuwe folder van ‘Ode an die Freude’, de 2-jarige Opleiding tot Stembevrijder, is beschikbaar. Misschien schuilt er wel een stembevrijder in jou? We starten een nieuwe opleidingsgroep vanaf 2 oktober. Stuur ons een mailtje als je de folder wilt ontvangen.
Voor een moedig mens zijn geluk en pech als
zijn linker- en zijn rechterhand.
Hij gebruikt ze beide.
Catharina van Siëna
In onze vorige nieuwsbrief heb je kennis kunnen maken met onze nieuwe collega Ton. Hij schreef een mooie en leuke column over mannen en stembevrijding. Toen hij de column schreef wist hij nog niet dat bij het verschijnen ervan zijn eigen leven ingrijpend veranderd zou zijn. Zijn huis brandde totaal af, tijdens de grote brand die onlangs in de binnenstad van Arnhem woedde. Ik stuurde hem daarna een mailtje en kreeg een reactie waarvan ik onder de indruk was. Die wil ik, met zijn instemming, graag met je delen omdat ik hoop dat ook jij erdoor geïnspireerd zult worden.
Hij schreef: ‘En ja, mijn huis en al mijn spullen zijn niet meer. Het is al jarenlang mijn oefening om alles in liefde en dankbaarheid te ontvangen wat het leven me aanbiedt. En ik merk dat ik dat op dit moment ook gewoon kan. Het is verschrikkelijk en tegelijkertijd levert het me zoveel op en stuurt het mijn leven op een manier die ik nooit zelf had kunnen bedenken. Ik ben nog het meest overweldigd van de hoeveelheid hulp en liefde die mijn kant op komt en de steun die ik mag ontvangen. Sinds gisteravond heb ik al een nieuw huisje waar ik de komende maanden mag verblijven. Ik heb een nieuwe laptop, nieuwe sokken, onderbroeken en tandenborstel. Kortom alles wat ik nodig heb. Het is ook een hoop gedoe en pijn en verdriet maar daar kan ik ook helemaal bij aanwezig zijn. Ik voel me ontzettend sterk en hoopvol en ondanks alles echt dankbaar voor deze ervaring.’
Het is verschrikkelijk, het is een hoop gedoe en pijn en verdriet. En dan toch dankbaarheid. Dat is kennelijk de vrucht van wat Ton zelf ‘al jarenlang mijn oefening’ noemt. Over de mogelijkheid én de noodzaak van die oefening wil ik het hier graag hebben. Want dankbaarheid is een fijne staat van zijn, maar allesbehalve vanzelfsprekend als je pijn lijdt.
Twee mogelijkheden
Wij mensen hebben twee mogelijkheden als ons iets naars overkomt: we verharden of we verzachten erdoor. Het tweede is uiteindelijk fijner, maar het is ook moeilijker. En daarom is het aanbevelenswaardig om er veel mee te oefenen, zodat het een steeds begaanbaarder pad wordt. ‘Alles in liefde en dankbaarheid te ontvangen wat het leven me aanbiedt’ noemt Ton het. Nou, ons leven biedt ons van alles aan, de hele dag door. Het helpt mij om mezelf heel vaak voor te houden dat het leven het goed met mij voor heeft. Niet omdat ik dat altijd zo stellig kan voelen, maar omdat ik er gelukkiger van wordt. En ook vriendelijker trouwens. Zo kan alles een oefening worden. Tegenwind, een onvriendelijke manoeuvre van een andere fietser of automobilist, een kapotte telefoon, een stekelige opmerking van een partner of collega, een fysiek ongemak, en niet te vergeten: allerlei eigen gedoetjes, tekortkomingen, onhebbelijkheden. Echt alles. Pas op: de oefening is niet om dit soort dingen dan maar te bagatelliseren of ze te ontkennen of de schuld bij jezelf te zoeken of alles weg te lachen of er met veel energie overheen te stappen. Nee, dat is geen oefenen. Dan ga je er omheen, eigenlijk. De oefening is: er doorheen gaan. Open, zacht, oprecht. De pijn doet pijn. Maar krijgt niet het laatste woord.
Nu lijkt het misschien een oefening die je zelf in je eentje doet. Maar dat is maar zeer ten dele waar. Want je hebt er ook medemensen bij nodig. De verzachting waar het hier over gaat ontstaat namelijk door contact. De pijn, de teleurstelling uiten en weten dat je gehoord wordt, dat is het moment dat er verzachting komt, heling ook. Er wordt mogelijk niks opgelost, maar dat hoeft ook lang niet altijd. Pijn zoekt niet in de eerste plaats een oplossing, pijn zoekt ruimte, wil stromen, wil contact. En iedere keer als dat gebeurt dan kan er iets transformeren, er komt meer ruimte, er komt beweging. En dan, jawel: dankbaarheid!
Vallen en opstaan
Ik denk dat ieder mens dit nodig heeft. En om het ook nog wat groter te maken: onze maatschappij heeft dit nodig, snakt hiernaar. Het is mijn overtuiging dat ieder stapje dat een mens maakt op dit pad van verzachting en bewustwording een werkelijke bijdrage is aan een menselijker en vreedzamere wereld. Dus laten we mensen zijn die willen leren van het leven, die zich willen openen, die verbinding zoeken. Die kunnen vallen en opstaan. Die als ze vallen niet meteen een ander de schuld geven en als ze willen opstaan daarbij anderen om hulp kunnen vragen. Dat alles moet verworven worden, komt niet vanzelf, het mag echt een jarenlange oefening zijn. Om het leven te vertrouwen, om je steeds weer te verwonderen, en ook om weer een laagje dieper te duiken in je eigen wonderbaarlijke zelf.
Oefenen dus. Je leven lang. Daarom ben ik zo verknocht aan stembevrijding, aan zingen, aan muziek. Muziek is de grote geheime kracht in al onze activiteiten. Muziek helpt ons verzachten. We kunnen meegaan in de stroom ervan. We improviseren, ontdekken onze eigen spirit daarin, en ons eigen verhaal, onze eigen unieke bijdrage, onze waarheid, onze schoonheid. En onze beperkingen, onze onafheid, onze nederigheid. We zingen met alles wat we in onszelf aantreffen. Want alles wat er in ons leeft doet ertoe en kan deel worden van onze muziek.
En niet onbelangrijk: we zingen samen. Ook dat is een oefening. Die in dit geval gaat over: én mezelf helemaal geven én luisteren, open zijn. Mijn stem die jouw stem ontmoet en in die ontmoeting kan zich een wonder afspelen: contact op een niveau waar onze woorden alleen ons nooit kunnen brengen. We kunnen er stil van worden, en dat doen we dus ook, want stilte en zingen zijn tegenpolen die elkaar nodig hebben. En dan gaan we weer zingen. Wat is het toch heerlijk dat we dat kunnen, verstild, zacht, intiem of uit volle borst, uitgelaten, hartstochtelijk.
Samen oefenen
Kun je verlangen naar al die oefening? Dan kondigen we je vandaag met veel vreugde onze zomerretraite Het Lied van de Stilte aan. Vijf dagen hartje zomer waar we, gedragen door de stilte en door ons gezang, op zoek gaan naar verzachting, verbinding en compassie. Met iedereen die daarbij wil zijn, geoefend of ongeoefend als zanger, geoefend of ongeoefend als stiltebeoefenaar.
Daar, en in alle andere onderstaande activiteiten, oefenen we om moedige mensen te worden. Die geluk en pech kunnen verwelkomen, wie weet zelfs in dankbaarheid.
Oefen jij mee, op jouw manier, op jouw plek, in jouw tempo?
Ik hoop het.
Jan Kortie
Waar zijn de mannen?
Dit was de kop boven een stukje van Allard Droste waarin hij vertelt dat hij samen met zijn vrouw Irene naar een cursus op het vlak van intuïtie gaat en daar ziet dat de mannen wederom veruit in de minderheid zijn. “Waarom zijn er bij deze waardevolle sessies, cursussen, ceremonies of andere bewustzijnsactivitetiten relatief weinig mannen?” Is de vraag die hij opwerpt.
Ik ken Allard en Irene een beetje omdat ze de bedenkers en hoeders zijn van het Ayuna Festimony waar ik afgelopen zomer samen met collega stembevrijder Coralie twee workshops stembevrijding mocht geven. Ayuna was een happening voor 555 mensen met 40 verschillende activiteiten, maar hoewel er heel wat mannen rondliepen zaten ze helaas niet in onze workshops.
Ze kozen blijkbaar toch liever voor de ‘IJsbadworkshop’, ‘Zweethut’, ‘Cacao Healing’ of ‘The Wisdom Sword’. Activiteiten die in elk geval een beetje stoerder klinken dan stembevrijding, of die misschien meer een ‘oergevoel’ oproepen bij de man. Maar dan kennen ze stembevrijding nog niet. Want uit eigen ervaring weet ik dat er behoorlijk wat oergevoel omhoog kan komen als je stem bevrijd mag klinken. En dat krachtige gevoel gun ik andere mannen ook zo.
Ik denk overigens dat we bij oer en stoer niet voor niets al snel denken aan mannelijk, groot, sterk, stevig en robuust. Dat is in mijn beleving, omdat vooral mannen al die kracht, al die stevige robuustheid nodig hebben om hun kwetsbaarheid binnen te kunnen houden. Want hoewel de tijden veranderen, de vrouwelijke en mannelijke rolpatronen zitten nog diep in onze collectieve mind ingeprent. Doorzetten, niet aanstellen, sterk zijn, het zelf oplossen zijn diepgeworteld in het mannelijk wezen en het vraagt daarom dan ook best wel wat van ze om hun kwetsbaarheid te omarmen in plaats van te onderdrukken.
Oer en Stoer
Maar het levert ook zoveel op als we helemaal aanwezig kunnen zijn bij alles wat er in ons leeft. Dat geeft ons de ervaring van vrijheid, van zelfkennis, van stevig staan in wie je bent, van leren houden van jezelf, ook van je ongemak en onkunde. En wat is er nou stoerder dan al die ervaringen te durven laten klinken. Met alle kracht, alle zachtheid, alle butsen en bulten, al het piepen en kraken, alle hosanna, precies helemaal zoals het in het moment voelt. Hoe oer wil je het hebben mannen?
Maar misschien hebben mannen daarvoor toch wel echt een andere aanpak nodig dan vrouwen. Meer van buiten naar binnen. Meer actie, meer concrete taal, meer doen om bij diepere lagen, emoties en kwetsbaarheid te kunnen komen. Misschien moet stembevrijding voor mannen wel starten met het laten klinken van je oergeluid. Een zware diepe brul die nog ergens in het dierlijk mannenbrein opgeslagen ligt.
Want het laten klinken van je oer geluid is iets geweldigs. Het totaal aanwezig zijn in je eigen energie. Het voelen van de enorme kracht die je in je hebt. De voeten stevig op de grond, het langzaam vullen van de longen, het aanspannen van de onderbuik, het openen van de keel en dan het geluid loslaten en je verbazen over de klank die helemaal vanuit de aarde omhoog lijkt te komen. En daarna … stilte.
Een stilte waarin je kan ervaren hoeveel ruimte het vrij laten klinken van je stem in je hele wezen oplevert. Ruimte waarin naast verbazing en euforie ook kwetsbaarheid aanwezig kan zijn. Waarin eenzaamheid, verdriet, angst en onzekerheid aan de oppervlakte kunnen komen. Gevoelens die misschien al heel lang onder een pantser van stoerheid en kracht verborgen lagen en ineens voorzichtig hun hand op durven steken en zacht zeggen ‘Ik ben er ook’.
Mannenworkshop
Nu ik voor het Centrum voor Stembevrijding workshops voor mannen geef ben ik nog bewuster bezig met vragen als: Hoe krijgen we meer mannen in het bewustzijnswerk. Hoe krijgen we ze aan het zingen? Hoe zorgen we ervoor dat ze naar binnen gaan kijken? Hoe verleiden we ze om deel te nemen aan activiteiten die ze al snel als vaag, spiritueel of helemaal niks voor mij afdoen? Hoe laten we mannen ervaren dat kwetsbaarheid geen zwakte is maar juist een kracht? Een oerkracht.
Dat vraagt nog wel wat aandacht. Een kort onderzoekje op hipsy.nl (een platform over spiritualiteit en persoonlijke ontwikkeling) levert 102 vrouwenworkshops en 50 mannenworkshops op. Er valt dus nog genoeg te doen om een beetje op gelijke hoogte te komen. Ik zou zo een workshop kunnen vullen met vrouwen die erg benieuwd zijn naar hoe een mannenworkshop stembevrijding gaat. Maar bij de mannen in mijn omgeving zie ik toch wat meer schroom.
Misschien moeten ze verleid worden met oer krachtige titels, stoere robuuste omschrijvingen en een beetje flauwe humor. Workshops als: “Oer Klank Klinken - Ontketen het beest in jezelf”, “Schreeuwen naar je schoonmoeder - Eindelijk mag alles eruit!”, ”Relatie Frustratie - Wat zij niet horen wil maar jij wel kwijt moet”. Of wat dacht je van een weekendje met mannen op leeftijd lekker Klaagzang Zingen over de nieuwe tijd met de titel “Blaffende Boomers Bijten Niet”.
Vertrouwen
Maar als ik zelf even naar binnen kijk, dan zie ik dat dit van mij vooral vraagt om vertrouwen te hebben. Vertrouwen dat het nu precies is zoals het moet zijn. Vertrouwen dat bij ‘Zingen Verbroedert’, zoals de mannenworkshop heet, het harnas aan de kant kan, de pantsers zachtjes geopend mogen worden, en we in de veiligheid van mannen onder elkaar, onszelf helemaal mogen laten zien en laten horen.
Vertrouwen dat het misschien wat langer duurt dan ik zou willen, maar dat ze wel gaan komen die mannen. Omdat ze zelf ook steeds meer ervaren dat de verbroedering van kracht en zacht, van stoer en kwetsbaar, van groothouden en klein mogen zijn precies is wat we nodig hebben in de wereld. Het samen komen van uitersten. Samen komen door samen te zingen.
Waar zijn de mannen? Ze zijn precies waar ze moeten zijn, én ze komen er aan!
Groet,
Ton van Wolde
PS: Op 18 maart is er weer een Zingen Verbroedert in Amsterdam en er zijn nog een paar plekken vrij. Dus schrijf je in, stuur je man, verleid je vriend, brul je buddys op de hoogte, schreeuw het rond in je familie, op je werk en in je mannencirkel. Tot dan!
Ik voel me hoe dan ook gerafeld aan de randen
maar nog steeds heel in het midden
- Oliver Sacks
Een van mijn voornemens voor dit nieuwe jaar is om mijn columns wat korter te laten zijn. Dat lijkt me een goed idee. Dan vergt het voor jou minder leestijd, en voor mij minder schrijftijd. En we hebben het al druk genoeg, toch?
Dit keer gaat dat helaas mislukken.
Ik kwam namelijk het mooie citaat van Oliver Sacks tegen dat hierboven staat en nou ja, dat zette bij mij van alles aan. Want dit zinnetje verwoordt iets waar we in deze fase van ons bestaan als mens en als mensheid echt behoefte aan hebben. Sacks heeft het hier immers weliswaar over zichzelf, maar hij heeft het net zo goed over jou en mij. Wij zijn allemaal gerafeld aan de randen en nog steeds heel in het midden. Hoe dan ook! En het is mijn hoop, mijn wens voor dit nieuwe jaar dat we deze waarheid meer en meer durven erkennen. Dat we onze rafelranden steeds minder verbloemen én dat we steeds meer durven geloven in onze heelheid. Dat laatste is in mijn ervaring nog moeilijker dan het eerste.
Eerst: de rafelrand
Ik ben dus een gerafeld, gebrekkig, gekneusd, kwetsbaar, behoeftig, ja, problematisch wezen. Jij toch ook? Het is onvermijdelijk. We hebben allemaal zo ons eigen gedoe. Echt allemaal. Het is zwaar behelpen met ons. Dat trachten we natuurlijk te verbloemen, te compenseren, te negeren, want het kan veel schaamte oproepen. En je zou kunnen zeggen: schamen hoeft niet, want we kunnen het niet helpen dat we zo zijn, het is niet onze schuld, het is niemands schuld, het hoort gewoon bij het mens zijn. Dat is zo, maar de schaamte snapt dat niet.
Is het echt zo erg? Ja, het is echt zo erg. Maar er is één grote troost: we hebben het allemaal. Dat wordt mooi onder woorden gebracht door de cabaretier/filosoof Tim Fransen in zijn boek Het leven als tragikomedie. Hij schrijft: ‘Het is mijn overtuiging dat onze hoop als mensheid is gelegen in de vraag of het ons lukt de ander te zien (…) als iemand die zich met dezelfde kwetsbaarheid beweegt in een wereld die vaak allesbehalve barmhartig is. Waar het de prestaties zijn die ons van elkaar onderscheiden, zijn het de kwetsbaarheden die we met elkaar delen. In de gebrekkigheid, de behoeftigheid, de eindigheid, kunnen we in de ander een medemens herkennen.’
Valt hier nog wat te zingen?
Ja, nou en of valt hier te zingen. Sterker nog, het is een wezenlijk kenmerk van onze stembevrijdingsactiviteiten. Door de kwetsbaarheden meer en meer toe te laten komen we bij onze oprechte muziek en daardoor bij waarachtige verbinding. Dat vergt een paar stappen.
Stap 1: Jezelf waarnemen, liefst met veel precisie, in je gekneusheid. Wat wil je ontkennen, liever niet zien, niet voelen? Waar zit het ongemak? Waar de schaamte? Waar doet het pijn? Onderzoek het, erken de waarheid ervan. Voel wat er echt is.
Stap 2: Geef er uiting aan. Met je stem! Niet per se met woorden, wel met geluid. Dat hoeft niet mooi te zijn. Begin maar gewoon. Een klein kreuntje is al een prachtige start.
Stap 3: Ga door, ook als je heel verlegen wordt.
Stap 4: Ga nog langer door, maak je geluiden steeds wat langer en wie weet luider.
Stap 5: Verwonder je, want het zou zo maar zingen kunnen blijken te worden.
Herhaal stap 1 t/m 5. Bij voorkeur de rest van je leven.
Het is een mooi stappenplan, maar soms vergt het echt moed om eraan te beginnen. Want misschien voel jij je niet zo tof. Heb je pijn, ben je alleen, voel je je gevangen in somberheid, heb je last van de druk die je werk, je studie, je omgeving, of deze maatschappij op je uitoefenen. Misschien voel je vooral hoe je tekortschiet, als partner, als ouder, als kind. Misschien maak je je zorgen om je gezondheid, om je loopbaan, om je energierekening, om je geliefden, om deze aarde. Misschien zit je op slot, voel je je gevangen. Dan geef ik je graag de woorden mee van een oud-studente van onze opleiding die diep verdriet kent en mij onlangs schreef: ‘Als ik door verdriet op slot zit helpt zingen vrijwel altijd om weer te openen. Verdriet voelen is lang zo erg niet als op slot zitten.’
En dan nu: de heelheid in het midden
Schaamte is een ongemakkelijk gevoel. Maar weet je wat pas echt een ongemakkelijk gevoel is? Heelheid. Dat is namelijk zo groots, zo ontzagwekkend, zo mindblowing, dat is bijna niet vol te houden, tenminste niet voor mijn ego. Ik doe af en toe een oefening waarin ik hardop formuleer waar ik me op dat moment bewust van ben. Dat kunnen zintuiglijke ervaringen zijn, gedachten, gevoelens, impressies, ingevingen, beelden, van alles. En dan probeer ik me af en toe te identificeren met het bewustzijn zelf dat zich van dat alles bewust is. Dan heb ik niet helemaal voor het zeggen, maar ik kan me ervoor openen en dan overkomt het me af en toe. Dat is een totaal andere ervaring. Steevast kom ik dan in een ruimte die zo open is en zo ruim dat ik meestal binnen een paar seconden door een soort pleinvrees overvallen word en dan is de ervaring weer voorbij. Dan ben ik weer m’n oude, vertrouwde ego-zelf.
Die paar seconden zijn genoeg om te weten: dit is waarachtig. Dit is heel. Dit ben ik, in wezen. Dit zijn wij allemaal in wezen, die heelheid, die er steeds is en ook altijd geweest is. En soms kun je dat ook op andere manieren ervaren, dat je heel bent, totaal ongeacht je persoonlijke geschiedenis. Dat er ongetwijfeld van alles in je leven misgegaan is en het aan van alles ontbroken heeft, maar dat wie jij in wezen bent geheel intact is, onbeschadigd. Dat je midden heel is. De Engelse filosoof Rupert Spira zegt het zo: ‘De ontdekking dat vrede, geluk en liefde immer aanwezig zijn in ons wezen, en volledig beschikbaar tijdens alle ervaringen en omstandigheden, is de grootste ontdekking die iemand kan doen.’ Jij bent onverwoestbaar, en je lied ook.
Valt hier nog wat te zingen?
Ja, nou en of valt hier te zingen. Een stappenplan is hier overbodig. Maar wat goed werkt: neem een lied, een mantra, of alleen maar een woord, waar je blij van wordt. En ga zingen. Ik zing sinds een tijdje dagelijks, meestal aan het eind van de dag, het lied Kosi R’vaya, het is echt mijn lieflied van dit moment. De Hebreeuwse tekst betekent: mijn beker stroomt over. En dat gebeurt ook: ik ga vanzelf galmen en jubelen, ik kan het niet nalaten.
Tot slot
Onze rafelranden kunnen ons behoorlijk bezig houden. Dat wat zich daar afspeelt is nogal lawaaiig en heeft een grote trekkracht in zich, is dus best indrukwekkend. Je kunt zomaar denken dat dat het belangrijkste in je leven is, en dat je daar nou onderhand maar eens goed mee aan het werk moet gaan. Ons midden is juist stil, leeg, vredig, rustig. En mysterieus. Hierbij past eerder het woord ontzagwekkend. Het vergt aandacht en oefening om ernaartoe te gaan. De beloning daarvoor is: meer ruimte. En in je zingen kun je het ervaren als: meer rust en ook meer werkelijke overgave, en die zijn beide weldadig.
Dat merken we keer op keer in onze activiteiten. Bijvoorbeeld in Nieuwe Ruimte waar we stilstaan bij en uiting geven aan ervaringen van verlies. Dat (middag)programma gaan we in maart ook een keer aanbieden als een hele dag. In de hoop dat we er als ruimere mensen uitkomen, die de wereld wat mooier maken. Overigens zijn al onze activiteiten potentieel verruimend, kijk hieronder maar of je iets van je gading aantreft.
Je bent van harte welkom.
Jan Kortie
PS
Als je lekker iedere dag samen met mij Kosi R’vaya wil zingen: je vindt het lied op de derde cd van Het Lied van de Ziel.
Column door...
Marjo Brenters
‘Elk moment opnieuw ontstaat iedereen uit het niets. Dat is ware levensvreugde.’
- Shunryu Suzuki
Hoe je eindigt, is hoe je begint
Er hangt onrust in de lucht. Lange files om een parkeergarage in te komen, slalommende scootertjes, liefst tegen het verkeer in, en scholieren op de fiets, met z’n drieën naast elkaar. Mensen haasten zich om cadeautjes te kopen voor de decemberfeesten. De feesten die ooit ontstaan zijn om ons te herinneren aan het licht in de donkere maanden, en elkaar te verwarmen met gezelschap en nabijheid.
Intussen is de natuur stiller dan ooit. Nu bijna al het blad is gevallen en het overdag maar een paar uur licht is, ‘weet’ de natuur dat ze zich stil moet houden. ‘De bomen slapen in de winter,’ hoorde ik een tuinman op tv zeggen. Om er mistroostig aan toe te voegen dat de bomen een slaaptekort dreigen op te lopen als gevolg van de alsmaar hogere temperaturen; de winter wordt simpelweg te kort om goed uitgerust het voorjaar in te gaan.
De stille plek in jezelf
Stilte, slaap, rust; dat is wat de natuur ons voorleeft. En omdat wij mensen ook natuur zijn, zou het naleven van dit voorbeeld misschien niet gek zijn. Maar dat is nog niet zo makkelijk, aangezien december vaak de drukste maand in onze agenda’s is. We eerder bezig zijn aan één lange inademing, om pas na kerst weer opgelucht uit te ademen.
In deze periode stel ik mijzelf daarom regelmatig de vraag: kan ik mijn midden nog voelen? Die stille plek in mezelf waarin ik kan rusten? Simpelweg even toeschouwer zijn van mijn in- en uitademing, van het gevoel dat ik gedragen word door de aarde. Om me vervolgens weer te kunnen overgeven aan de drukte van het leven, maar dan in sterkere verbondenheid met mijn eigen kern.
Jezelf laden met je lichaam
In stembevrijding is die stille plek van groot belang. Letterlijk stilstaan, je eigen midden zoeken, je inademing volgen. En pas dán aan de uitademing beginnen, en klank geven aan je adem. De klank zijn eigen weg laten zoeken, je eraan overgeven. En dan weer, als je uitademing ‘op’ is, een nieuwe, voelbare inademing: je longen zetten zich uit, je middenrif komt naar voren, je flanken zetten wat uit en zelfs in je rug is je inademing voelbaar. Probeer het maar eens uit…
De klank die vervolgens meekomt op je uitademing is nu geladen met jouw fysieke lichaam, in contact met je eigen kern. ‘Opeens herken ik mezelf weer,’ zei vandaag een cliënt die dit aan den lijve ervaarde.
Een honderdprocentje!
Als je dan eenmaal lekker aan het zingen bent, is het vervolgens van groot belang een hoorbare punt achter je lied te zetten. Niet te snel denken dat je klaar bent, of dat het wel genoeg is! Vooral doorzingen zolang je lied nog ‘leeft’, zolang je simpelweg nog niet bent uitgezongen. Soms moet je verdragen dat je lied lang duurt, dat je voor je gevoel heel veel ruimte inneemt – en in een workshop met tien anderen kan dat best een ding zijn… (een interessant ding, trouwens, want wie bepaalt eigenlijk hoeveel ruimte jij mag innemen?).
Toch vraagt je lied om een afronding; voor jouzelf, maar ook voor de luisteraars. Laat je lied groeien en bloeien, net als die appelboom die de vrucht pas loslaat als hij rijp is.
Je kunt vaak letterlijk voelen dat het klaar is, dat jij jezelf en jouw lied helemaal gegeven hebt, dat je niets hebt teruggehouden. ‘Een honderdprocentje!’ noemde mijn leraar Jan de Dreu dat altijd. Op zo’n moment gaat er vaak een hoorbare zucht door de workshopruimte, zowel van de zanger als van de luisteraars.
Wat kun jij oogsten?
Het nieuwe jaar staat te popelen om onze agenda’s weer te vullen. Maar laten we eerst het oude jaar afronden. Eerst die punt zetten, die finale laten horen. Nog een keer helemaal naar binnen keren om het afgelopen jaar te evalueren. Niet in de zin van een afrekening, maar juist als waardering van wat het je heeft gebracht. Inademen, je lijf voelen, zingen, schrijven wellicht, kortom: oogsten.
Zelf deel ik mijn opbrengst sinds jaar en dag op oudejaarsavond met dierbare vrienden. In mijn ervaring werkt het echt: hoe schoner je het oude jaar afsluit, hoe schoner je aan het nieuwe jaar kunt beginnen. Ook hier helpt de natuur ons een handje; oud blad wordt immers eerst losgelaten en dan rustig verteerd, als grondstof voor groei en bloei in het komende voorjaar. Alles, ook wijzelf, wordt steeds opnieuw geboren. Op naar nieuw licht, op naar nieuwe levensvreugde.
Wil jij 2022 ook zingend en schrijvend afronden en jouw levensvuur aanwakkeren? Je bent van harte welkom bij onze speciale decemberactiviteiten (en natuurlijk ook in het nieuwe jaar!). We wensen je een mooie decembermaand toe, vol muziek, licht en vreugde.
Warme groet,
Marjo Brenters
Column door...
Anna Fernhout
‘In een eeuw van snelheid, begin ik te denken dat niets verkwikkender is dan langzaamaan gaan. In een eeuw van afleiding, dat niets overvloediger is dan met aandacht te leven.’ - Pico Iyer
Het is 25 oktober. Ik zet m’n telefoon op vliegtuigmodus en adem eens flink uit. Een gevoel van ongemak bekruipt me. Ga ik dit echt doen? Ik leg m’n laptop in de kast, m’n mobiel er bovenop en doe het deurtje dicht. Ja dus. Ik ga dit doen. Drie weken lang ga ik mij loskoppelen van de wereld: ik ga offline. Vakantie nemen. In retraite. Midden in het seizoen!
Terwijl ik wegloop van de kast vraag ik me af: en wat nu? Opeens schieten er allerlei gedachten door m’n hoofd: dit kan toch niet Anna!? Je hebt niet eens een goede reden om vakantie te nemen. Je bent niet overwerkt. Je hebt in de zomer al vakantie gehad! En ik moet toch wel bereikbaar zijn. Ik ben immers verantwoordelijk voor een bedrijf. Wat nu als alles mis gaat als ik offline ben..? Er bekruipt me een onbehaaglijk gevoel en ik bedenk me: dit was echt een heel slecht idee..
Van minder naar meer
Een week later. Ik kijk uit over een wijds landschap in Groesbeek. Hoe meer dagen er verstrijken hoe meer het voelt alsof ik transformeer van een ‘human doing’ naar een ‘human being’. Te midden van zeeën van tijd pak ik het boek op van James Nestor, getiteld ‘Breath’. Ik leer dat wij mensen verkeerd ademen. We ademen namelijk te snel én te veel. Wat ontzettend wonderlijk bedenk ik me.. Niet alleen leven we in een snelle maatschappij met overconsumptie, overeten, overprikkeldheid, maar ook in een samenleving met allemaal ‘over-ademers’!
Ik leer dat een ideale ademhaling inhoudt dat we ten alle tijden door onze neus ademen (de mond is foute boel) en dat we ongeveer 5,5 seconden moeten inademen en 5,5 seconden moeten uitademen. Door langzamer en minder te ademen verhogen we ons uithoudingsvermogen. Daarbij heeft het ook nog eens een heilzame werking op onze gezondheid. Wat een interessant gegeven.. Dus minder leidt tot meer..
Deze heilzame werking van traag en niet te veel ademen was in eeuwenoude tradities al bekend. Zoals in de yoga, tantrische tradities en de samoerai. Maar ook Boeddhistische monniken die hun populaire mantra ‘Om Mani Padme Hum’ reciteerden. Ze namen 6 seconden voor de inademing en 6 seconden voor de klank. Gevolgd door weer 6 seconden inademen en 6 seconden voor de klank. Met evenveel tijd dus voor stilte als voor klank. Voor in- als voor uitademing.
Proef op de som
Ik probeer het eens uit. Een tijd lang adem ik rustig zo’n zes seconden in en zes seconden uit. M’n horloge geeft aan dat m’n hartslag ervan daalt. Zelfs met hardlopen neem ik de proef op de som. Ik adem alleen maar door m’n neus en langzaam in en uit. Dat is behoorlijk wennen. In het begin voel ik me er benauwd door, maar aan het einde van het rondje heb ik meer energie over dan normaal en ren ik een extra stukje. Interessant. Zullen we het ook eens met zijn allen testen tijdens een mantra-avond? Zes seconden zingen afgewisseld met zes seconden inademen, de hele avond lang. En dan iedereen een hartslagmeter om. Ter bevordering van de gezondheid in Nederland. Een interessant experiment, nietwaar?
Nee hoor, dit is geen serieus plan. Hoewel ik wel denk dat onze samenleving een flinke dosis vertraging goed kan gebruiken. Neem nu het gegeven dat elk jaar 1.3 miljoen mensen last hebben van burn-out klachten.. Tegelijkertijd gaat het bij stembevrijding sowieso al over vertragen en verminderen. Want waar snelheid en veelheid goed bevriend zijn met met stress en volheid in het leven. Daar zijn vertragen en eenvoud zijn juist goede maatjes met voelen en verdiepen. We hebben vertraging nodig, om contact te voelen. Met ons hart. Met de diepere lagen in ons. Met onze stem. Met onze omgeving. De aarde. En natuurlijk met elkaar.
Geen geldige reden
Het is 14 november. Het einde van de offline periode is in zicht. M'n telefoon ligt demonstratief voor me klaar om zo aan te zetten. Ik voel me levendig en vol levenszin. Wat heeft deze tijd en ruimte m’n hart en ziel goed gedaan zeg. Ik voel nu: het verlangen naar vertragen en verminderen heeft geen enkele geldige reden nodig. Het verlangen in zichzelf is reden genoeg. Het is gezond. Voor onze persoonlijke en geestelijke gesteldheid, maar ook voor de gezondheid van onze samenleving als geheel.
Hoe zit dit bij jou? Je kunt er wellicht niet drie weken tussenuit gaan zoals ik. Maar wat kun jij wel voor jezelf creëren? Durf jij ruimte voor jezelf te scheppen om te vertragen en te verminderen? Tijdens onze activiteiten helpen we je graag een handje in dit proces. Voel je welkom.
Warme groet,
Anna Fernhout
PS Inmiddels heb ik m’n telefoon weer aangezet. En wat blijkt? De wereld draait gewoon door zonder mij.. Zucht.
Column door...
Jan Kortie
Ik ben een verschrikkelijk verdrietig én gelukkig mens tegelijk
(Suzanne)
Bovenstaande zin las ik een paar jaar geleden in een ontroerend mailtje dat ik toegestuurd kreeg door Suzanne, een afgestudeerde stembevrijder, die een aantal jaar daarvóór een van haar kinderen, een tienerdochter, verloren had. Af en toe hoor ik van haar, dan schrijft ze iets over hoe het met haar gaat, en over haar muziek en hoe ze daardoor geholpen wordt. Mij raakt dat steevast. Ik moest daar nu weer aan denken omdat ik het in deze column wil hebben over verlies. We naderen immers Allerzielen en dat is traditioneel het moment bij uitstek om in gezamenlijke rituelen stil te staan bij dierbaren die ons ontvallen zijn. Die rituelen hebben we nodig, ze helpen ons om te gaan met ons verlies en ze helpen ons om te voelen dat we daarin niet alleen zijn.Wegstoppen is duur
We leven in een wereld die het nogal moeilijk heeft met verlies en doet alsof geluk en verdriet elkaar uitsluiten. Onze maatschappij is dol op winnaars en levert eindeloos veel afleidingsmogelijkheden aan wie z’n verlies liever wil ontlopen. En wie wil dat nou niet? Dus we hebben het druk, we laten ons verleiden tot consumeren, tot verdoven, tot tal van oppervlakkigheden. Verliezen is niet fijn, verlies voelen is onaangenaam. Je zou kunnen zeggen: we leren in onze welvarende wereld niet meer hoe we er gezond mee moeten omgaan. Het woord ‘loser’ is tot een van onze meest pijnlijke scheldwoorden geworden. Opmerkelijk en veelzeggend, nietwaar? Maar de prijs van het wegstoppen is hoog: we worden er eenzaam van.
De herfst hoort erbij
Maar vroeg of laat wordt iedereen het, een loser, een verliezer. Niemand komt dit leven door zonder verlies te leiden, het leven is voor niemand uitsluitend een succesverhaal. Alles in de natuur gaat cyclisch: kijk maar om je heen en je ziet hoe in de herfst de bomen hun blaadjes verliezen. Laten we dus leren om goeie losers te worden. Laten we ons hart openzetten, ook als dat pijn doet. En laten we elkaar daarbij tot steun zijn. Niet met: het komt allemaal goed, maar met: ik ben bij je.
Dat brengt me terug bij het mailtje van Suzanne. De zin die ik er hierboven heb uitgelicht maakte deel uit van een alinea die ik graag in z’n geheel met je deel. Ze schreef: ‘Wat een last kan het worden als je je leven tot een ‘succes’ moet maken, of als ‘Ik’ helemaal uit de verf moet zien te komen. En wat een zegen dat er zich een andere ruimte kan openen in mijn nederlagen. Mijn ‘geloof’ is daarmee ook gegroeid, merk ik. Er zijn momenten van onconventioneel geluk, dwars door het niet-slagen heen. Ik ben een verschrikkelijk verdrietig én gelukkig mens tegelijk. Had nooit gedacht dat dat in mij kon passen, maar de ruimte blijkt ‘mij’ ver te overstijgen. Hoe heerlijk om dit in het zingen, vooral het samen zingen, zo te kunnen ervaren.’
Zingen, rouwen én vieren
Dat gaan we dus doen, rond Allerzielen. In een nieuw en tegelijk oud ritueel bezingen we de namen van onze dierbaren die we missen. We zingen samen, we rouwen én we vieren. Misschien zijn we wel verdrietig én gelukkig.
Je bent van harte welkom, dat snap je.
Jan Kortie
PS
Je bent natuurlijk ook van harte welkom bij al die andere activiteiten die we organiseren waar je je stem, je muziek steeds weer verder kunt bevrijden of hervinden. Of waar je gewoon heerlijk wil zingen. Hieronder tref je een selectie uit dat aanbod aan.
Column door...
Jan Kortie
Het leven zorgt altijd voor je,
met name wanneer je denkt dat dat niet zo is
M. Ishwara
Wat leven we toch in een wonderlijke wereld, denk ik vaak.
Dat dacht ik ook toen ik onlangs bezig was met een tamelijk omvangrijke vragenlijst in het kader van de Gezondheidsmonitor van de GGD, een ‘grootschalig onderzoek onder volwassenen en ouderen’. Ik behoor tot beide categorieën (vermoed ik) en toen ik werd uitgenodigd om ‘m in te vullen had ik daar ineens wel zin in.
Huh?
Bij de meeste vragen kon ik vrij snel bedenken wat ik moest antwoorden, soms vergde het even nadenken. Maar één vraag verwarde mij zeer. De exacte formulering weet ik niet meer, maar de vraag luidde ongeveer: ‘Heeft u het gevoel dat u controle heeft over wat u overkomt?’ Huh? Nee, natuurlijk niet, dacht ik meteen. Hoe kun je nou controle hebben over wat je overkomt? Nou ja, op spiritueel niveau mogelijk wel, maar ik vermoedde dat de GGD daar niet op doelde. Ik piekerde er nog even over door, maar kon niet tot een andere conclusie komen. Ik heb dus ‘nee’ ingevuld, maar uit de context van die vraag werd me duidelijk dat een geestelijk gezond mens hier geacht werd ‘ja’ in te vullen.
De vraagstelling onthult iets dat voor onze maatschappij karakteristiek is: we houden nogal van controle. We denken dat we er gelukkiger van worden. Dat het een uiting is van geestelijke gezondheid. Want zo’n vraag komt niet zomaar in zo’n onderzoek terecht, daar is ongetwijfeld over gebrainstormd, overlegd, wie weet vergaderd. Men is het erover eens geworden: dit doet ertoe, dit willen we graag weten. Nou is controle natuurlijk soms heel belangrijk. Als je als voetganger, fietser, automobilist of piloot aan het verkeer deelneemt dan is een bepaalde mate van controle echt bevorderlijk. Ook mijn boekhouder, elektricien, tandarts en pianostemmer wens ik van harte voldoende controle toe.
Vallen en opstaan
Maar wat je overkomt dat overkomt je. Dat kan heel fijn zijn, dat kan heel naar zijn en alles ertussenin. Aan controle heb je dan niet veel, iedere poging om te controleren brengt vooral verstarring, verharding, afgeslotenheid. Waar je meer aan hebt: veerkracht. Waarschijnlijk was dat ook waar de GGD naar wilde informeren, denk ik achteraf: voelt u zich veerkrachtig, kunt u omgaan met dat wat het leven voor u in petto heeft? Maar veerkracht is wezenlijk het tegendeel van controle, het is het vermogen om mee te veren, mee te bewegen. Je eigen beweging te vinden, niet als verzet tegen, maar als een vrije respons op.
En het goede nieuws is: veerkracht valt te oefenen. Het leven biedt ons daar trouwens ook uitvoerig de gelegenheid voor, als je het mij vraagt. En we zijn in wezen enorm veerkrachtige wezens, net zoals de hele natuur enorm veerkrachtig is. Kijk naar een kleine dreumes die net (of nog net niet) kan lopen. Steeds weer valt. En weer opstaat. Kijk naar de soepelheid van zo’n lijfje. Kijk naar hoe hard huilen en hard lachen bij zo’n kind elkaar in hoog tempo kunnen opvolgen. Wij zijn allemaal zo’n uiterst soepel mensje geweest. De een is dat langer kunnen blijven dan de ander, en dat hebben we geen van allen zelf in de hand gehad. Die souplesse is onder druk komen staan, er is verstarring opgetreden, veel of weinig, onvermijdelijk. Maar het vermogen tot soepelheid zit diep in ons verankerd en in ons leven als volwassene (en/of oudere) kunnen we oefenen om ons die veerkracht weer volop toe te eigenen.
Teksten zonder woorden
Muziek is daarin voor mij onontbeerlijk. Muziek is zelf beweging en brengt dus beweging. En stembevrijding wil helpen om toegang te vinden tot onze muziek. Het gaat dan steeds om een combinatie van twee elementen. Ten eerste gaat het erom om tot expressie te komen, te kunnen uiten wat er in me zit, soms al lang opgesloten. Om au te kunnen zeggen (en zingen) en aiaiai en bah en hèhè en hé en nee en ja en hoi en hoera, misschien wel allemaal zonder woorden trouwens, want muziek heeft niet altijd woorden nodig. En ten tweede om te voelen: ik ben niet alleen, ik ben niet de enige, ik hoor erbij. Ik kan zingen en spelen, ik kan samen zingen en spelen. En dat is een geschenk, steeds weer, dat onze veerkracht vergroot.
Iedere keer als ik het dan ook als geschenk durf aan te nemen en dus voel dat de muziek ons gegeven wordt ontslaat me dat van een hoop druk. Als ik me open voor de muziek en doorgeef wat er tot me komt dan hoef ik niet meer m’n best te doen. Als ik een instrument word en de muziek het werk laat doen dan raak ik vervuld, ik voel een stroom door me heen gaan, ik word die stroom, ik word bewogen en ik beweeg, ik ben dankbaar, ik ben gelukkig.
Even geen mening
Nou klinkt misschien makkelijker dan het soms is. We maken het onszelf namelijk vaak moeilijk. Door al te snel op zoek te gaan naar oplossingen voor onze pijn, of door te blijven hangen in de geschiedenis ervan, door te verzanden in de verhalen eromheen. Maar de ingang is altijd: nu. Dus: in wat er in je lijf voelbaar is. De aanvaarding dat het is zoals het is, je eigen ervaring in het moment steeds weer waarnemen (dat betekent: er even geen mening over hebben), dat brengt ons bij onszelf terug. Daar kan ons waarachtige zingen beginnen. Misschien eerst aarzelend, maar allengs vol vertrouwen: ja, dit ben ik. Dat oefenen we steeds, in stembevrijding: meer en meer kunnen toelaten wat er is. Zo worden we ook steeds veerkrachtiger. En daarin gaat onze muziek als vanzelf stromen en stralen.