Ik voel me hoe dan ook gerafeld aan de randen maar nog steeds heel in het midden - Oliver Sacks
Een van mijn voornemens voor dit nieuwe jaar is om mijn columns wat korter te laten zijn. Dat lijkt me een goed idee. Dan vergt het voor jou minder leestijd, en voor mij minder schrijftijd. En we hebben het al druk genoeg, toch? Dit keer gaat dat helaas mislukken. Ik kwam namelijk het mooie citaat van Oliver Sacks tegen dat hierboven staat en nou ja, dat zette bij mij van alles aan. Want dit zinnetje verwoordt iets waar we in deze fase van ons bestaan als mens en als mensheid echt behoefte aan hebben. Sacks heeft het hier immers weliswaar over zichzelf, maar hij heeft het net zo goed over jou en mij. Wij zijn allemaal gerafeld aan de randen en nog steeds heel in het midden. Hoe dan ook! En het is mijn hoop, mijn wens voor dit nieuwe jaar dat we deze waarheid meer en meer durven erkennen. Dat we onze rafelranden steeds minder verbloemen én dat we steeds meer durven geloven in onze heelheid. Dat laatste is in mijn ervaring nog moeilijker dan het eerste.
Eerst: de rafelrand Ik ben dus een gerafeld, gebrekkig, gekneusd, kwetsbaar, behoeftig, ja, problematisch wezen. Jij toch ook? Het is onvermijdelijk. We hebben allemaal zo ons eigen gedoe. Echt allemaal. Het is zwaar behelpen met ons. Dat trachten we natuurlijk te verbloemen, te compenseren, te negeren, want het kan veel schaamte oproepen. En je zou kunnen zeggen: schamen hoeft niet, want we kunnen het niet helpen dat we zo zijn, het is niet onze schuld, het is niemands schuld, het hoort gewoon bij het mens zijn. Dat is zo, maar de schaamte snapt dat niet.
Is het echt zo erg? Ja, het is echt zo erg. Maar er is één grote troost: we hebben het allemaal. Dat wordt mooi onder woorden gebracht door de cabaretier/filosoof Tim Fransen in zijn boek Het leven als tragikomedie. Hij schrijft: ‘Het is mijn overtuiging dat onze hoop als mensheid is gelegen in de vraag of het ons lukt de ander te zien (…) als iemand die zich met dezelfde kwetsbaarheid beweegt in een wereld die vaak allesbehalve barmhartig is. Waar het de prestaties zijn die ons van elkaar onderscheiden, zijn het de kwetsbaarheden die we met elkaar delen. In de gebrekkigheid, de behoeftigheid, de eindigheid, kunnen we in de ander een medemens herkennen.’
Valt hier nog wat te zingen? Ja, nou en of valt hier te zingen. Sterker nog, het is een wezenlijk kenmerk van onze stembevrijdingsactiviteiten. Door de kwetsbaarheden meer en meer toe te laten komen we bij onze oprechte muziek en daardoor bij waarachtige verbinding. Dat vergt een paar stappen. Stap 1: Jezelf waarnemen, liefst met veel precisie, in je gekneusheid. Wat wil je ontkennen, liever niet zien, niet voelen? Waar zit het ongemak? Waar de schaamte? Waar doet het pijn? Onderzoek het, erken de waarheid ervan. Voel wat er echt is. Stap 2: Geef er uiting aan. Met je stem! Niet per se met woorden, wel met geluid. Dat hoeft niet mooi te zijn. Begin maar gewoon. Een klein kreuntje is al een prachtige start. Stap 3: Ga door, ook als je heel verlegen wordt. Stap 4: Ga nog langer door, maak je geluiden steeds wat langer en wie weet luider. Stap 5: Verwonder je, want het zou zo maar zingen kunnen blijken te worden. Herhaal stap 1 t/m 5. Bij voorkeur de rest van je leven.
Het is een mooi stappenplan, maar soms vergt het echt moed om eraan te beginnen. Want misschien voel jij je niet zo tof. Heb je pijn, ben je alleen, voel je je gevangen in somberheid, heb je last van de druk die je werk, je studie, je omgeving, of deze maatschappij op je uitoefenen. Misschien voel je vooral hoe je tekortschiet, als partner, als ouder, als kind. Misschien maak je je zorgen om je gezondheid, om je loopbaan, om je energierekening, om je geliefden, om deze aarde. Misschien zit je op slot, voel je je gevangen. Dan geef ik je graag de woorden mee van een oud-studente van onze opleiding die diep verdriet kent en mij onlangs schreef: ‘Als ik door verdriet op slot zit helpt zingen vrijwel altijd om weer te openen. Verdriet voelen is lang zo erg niet als op slot zitten.’
En dan nu: de heelheid in het midden Schaamte is een ongemakkelijk gevoel. Maar weet je wat pas echt een ongemakkelijk gevoel is? Heelheid. Dat is namelijk zo groots, zo ontzagwekkend, zo mindblowing, dat is bijna niet vol te houden, tenminste niet voor mijn ego. Ik doe af en toe een oefening waarin ik hardop formuleer waar ik me op dat moment bewust van ben. Dat kunnen zintuiglijke ervaringen zijn, gedachten, gevoelens, impressies, ingevingen, beelden, van alles. En dan probeer ik me af en toe te identificeren met het bewustzijn zelf dat zich van dat alles bewust is. Dan heb ik niet helemaal voor het zeggen, maar ik kan me ervoor openen en dan overkomt het me af en toe. Dat is een totaal andere ervaring. Steevast kom ik dan in een ruimte die zo open is en zo ruim dat ik meestal binnen een paar seconden door een soort pleinvrees overvallen word en dan is de ervaring weer voorbij. Dan ben ik weer m’n oude, vertrouwde ego-zelf.
Die paar seconden zijn genoeg om te weten: dit is waarachtig. Dit is heel. Dit ben ik, in wezen. Dit zijn wij allemaal in wezen, die heelheid, die er steeds is en ook altijd geweest is. En soms kun je dat ook op andere manieren ervaren, dat je heel bent, totaal ongeacht je persoonlijke geschiedenis. Dat er ongetwijfeld van alles in je leven misgegaan is en het aan van alles ontbroken heeft, maar dat wie jij in wezen bent geheel intact is, onbeschadigd. Dat je midden heel is. De Engelse filosoof Rupert Spira zegt het zo: ‘De ontdekking dat vrede, geluk en liefde immer aanwezig zijn in ons wezen, en volledig beschikbaar tijdens alle ervaringen en omstandigheden, is de grootste ontdekking die iemand kan doen.’ Jij bent onverwoestbaar, en je lied ook.
Valt hier nog wat te zingen? Ja, nou en of valt hier te zingen. Een stappenplan is hier overbodig. Maar wat goed werkt: neem een lied, een mantra, of alleen maar een woord, waar je blij van wordt. En ga zingen. Ik zing sinds een tijdje dagelijks, meestal aan het eind van de dag, het lied Kosi R’vaya, het is echt mijn lieflied van dit moment. De Hebreeuwse tekst betekent: mijn beker stroomt over. En dat gebeurt ook: ik ga vanzelf galmen en jubelen, ik kan het niet nalaten.
Tot slot Onze rafelranden kunnen ons behoorlijk bezig houden. Dat wat zich daar afspeelt is nogal lawaaiig en heeft een grote trekkracht in zich, is dus best indrukwekkend. Je kunt zomaar denken dat dat het belangrijkste in je leven is, en dat je daar nou onderhand maar eens goed mee aan het werk moet gaan. Ons midden is juist stil, leeg, vredig, rustig. En mysterieus. Hierbij past eerder het woord ontzagwekkend. Het vergt aandacht en oefening om ernaartoe te gaan. De beloning daarvoor is: meer ruimte. En in je zingen kun je het ervaren als: meer rust en ook meer werkelijke overgave, en die zijn beide weldadig. Dat merken we keer op keer in onze activiteiten. Bijvoorbeeld in Nieuwe Ruimte waar we stilstaan bij en uiting geven aan ervaringen van verlies. Dat (middag)programma gaan we in maart ook een keer aanbieden als een hele dag. In de hoop dat we er als ruimere mensen uitkomen, die de wereld wat mooier maken. Overigens zijn al onze activiteiten potentieel verruimend, kijk hieronder maar of je iets van je gading aantreft.
Je bent van harte welkom.
Jan Kortie
PS Als je lekker iedere dag samen met mij Kosi R’vaya wil zingen: je vindt het lied op de derde cd van Het Lied van de Ziel.